Katarzyna Hoffmann: “Voor mij was Nederlands leren niet echt een uitdaging!”
Katarzyna Hoffmann is als eerstegraadsdocent Duits werkzaam op het Dollard College in Winschoten. Ze geeft les in het vmbo. Na zowel in Polen, Duitsland, Zwitserland als Nederland gewoond en gewerkt te hebben, bleef ze uiteindelijk voor de liefde in Nederland. Naast haar werk op de middelbare school, verzorgt Katarzyna ook lessen Duits op een basisschool en is ze co-auteur van lesmethode Neue Kontakte.
Welke talen spreek je?
Pools is mijn moedertaal, verder spreek ik Duits, Engels, Nederlands en Slowaaks. Deze laatste is ongeveer op A2-niveau, de rest is near native. Verder kan ik Frans goed lezen, ongeveer niveau A2/B1. Ik heb daar ook een cursus voor gevolgd want ik wilde vroeger heel graag bij het Europees Parlement werken en je moest Frans kennen om er überhaupt te mogen solliciteren. Daar heb ik toen heel veel tijd en energie in gestoken, hoewel ik dus niet bij het EP terecht ben gekomen. Tegenwoordig gebruik ik het niet echt meer.
Hoe ben je zo meertalig geworden?
Ik ben in Polen geboren en getogen en heb er tot mijn achttiende gewoond. De generatie van mijn ouders leerde enkel Russisch als vreemde taal. Met mijn broer behoorde ik tot de eersten die Engels kregen – dat onderwijs is in Polen dus nog relatief jong. Mijn oma van mijn moederskant is Slowaaks en is door de oorlog in Polen komen wonen, waar mijn moeder opgegroeid is. Mijn moeder spreekt aardig Slowaaks en ik heb er ook in leren communiceren. Die meertaligheid heb ik dus vanuit huis meegekregen. Mijn opa en oma van mijn vaders kant zijn oorspronkelijk Duits. maar zijn door grensverschuiving gepoloniseerd. Zij spraken Pools met elkaar en het Duits kwam nauwelijks aan bod, hoewel mijn oma wel regelmatig Duitse liedjes zong en sprookjes vertelde.
In het jaar dat ik eindexamen deed (2004) was Polen net toegetreden tot de Europese Unie en was het plotseling makkelijker om te gaan reizen. Toen ik klein was, hadden we die vrijheid niet omdat we in de Sovjet-Unie woonden en je je identiteitsdocumenten op het politiebureau moest achterlaten als je op reis wilde. Met mijn ouders heb ik dat nooit gedaan, maar zelf ik heb altijd al Fernweh gehad. Op mijn achttiende heb ik dus gelijk mijn koffers gepakt: eerst zat ik als au pair één jaar in Duitsland. Tijdens de laatste drie jaar van de middelbare school had ik al wel Duitse les gehad, dus ik had wel iets van een basis, maar dat onderwijs stelde niet zo veel voor. In Duitsland heb ik toen een taalcursus gevolgd, maar ik heb ook veel gehad aan het kijken van televisie, in het bijzonder aan MTV. Dit was het enige programma met ondertiteling destijds, de rest was allemaal nagesynchroniseerd. Mijn Engels was goed en MTV was in het Engels, dat kon ik goed verstaan. Ik pakte er dan een schriftje bij en schreef alles op wat ik kon gebruiken voor mijn eigen Duits, zoals alles klar en ganz genau.
Terug in Polen studeerde ik Toegepaste Taalwetenschappen om vertaler te worden met focus op Engels, Duits en Pools. Ik ben ook nog een semester op uitwisseling geweest naar de Fachhochschule in Dortmund. In het laatste jaar van mijn studie kreeg ik een baan bij Aldi. Zij wilden destijds de Poolse markt betreden en hadden daarvoor mensen nodig die dit in goede banen konden leiden. Naast vertalen heb ik toen veel getolkt en werd al gauw specialist van de technische kant, vooral in koelinstallaties en aggregaten. Dit bleek een gat in de markt te zijn en ik vond het echt heel leuk. Toen ik mijn masteropleiding gericht op tolken en vertalen deed, heb ik nog een tijdje bij Aldi gewerkt. Daarna kreeg ik een baan in Zwitserland als tolk en vertaler voor een bedrijf dat medische apparatuur maakte.
Hoe ben je uiteindelijk in Nederland terechtgekomen?
Na negen maanden in Zwitserland kon ik aan de slag als tolk en technisch vertaler bij de steenkolencentrale in de Eemshaven. Ik vond het daar fantastisch en ging me nog meer specialiseren: ik ben een Duitse deeltijdopleiding voor kwaliteitsmanagement voor lasbedrijven gaan doen. Zo kon ik naast het tolken en vertalen als kwaliteitsmanager ook technische documentaties samenstellen die door keuringsbedrijven zoals de Duitse TÜV werden beoordeeld.
Toen na twee jaar mijn contract in Nederland afliep, heb ik nog een tijdje over de grens gewerkt maar het reizen werd me op een gegeven moment wat veel. Inmiddels had ik mijn huidige partner leren kennen en wilde ik graag in Nederland blijven. Het leek me fijn om tijdens de vakanties vrij te hebben samen met de kinderen. Dat was het moment dat ik de switch heb gemaakt naar het onderwijs en de eerstegraadsopleiding voor docent Duits aan de Rijksuniversiteit Groningen ben gaan doen. Ik wist dat je daarvoor B2 Nederlands nodig had, dus dat heb ik zelf geleerd door veel te lezen en te spreken. Als je C1 Duits en Engels kent is dat best makkelijk. Voor mij was Nederlands leren niet echt een uitdaging!
Het lesgeven ging ook gelijk hartstikke goed, dus dat ben ik sindsdien met heel veel plezier blijven doen. Ik had op mijn achttiende expres niet voor een lerarenopleiding gekozen want ik wilde per se niet met pubers werken, maar ik kan me inmiddels geen leukere pubers voorstellen dan mijn vmbo-leerlingen!
Welke rol spelen die verschillende talen in je dagelijks leven?
Pools vind ik belangrijk om mijn kinderen te leren. Ze begrijpen de taal en spreken het met hun grootouders, maar tegen mij praten ze Nederlands terug. Ik ben weleens ingevallen voor een collega docent Engels maar verder gebruik ik Engels niet meer zo vaak productief. Wel lees ik veel Engelstalige onderzoeken, met name over het onderwijs. Sinds ik op de middelbare school werk, focus ik me echt op Duits en Nederlands.
Sinds kort geef ik ook lessen Duits op de basisschool in groep 8. Tijdens de coronaperiode heb ik een cursus van NHL Stenden gevolgd over buurtaalonderwijs. Dat was heel leuk. Ik heb toen op de school van mijn zoon gevraagd of ik daar kon lesgeven, en dat mocht. Ik probeer nu vooral te peilen welk materiaal leerlingen interesseert en hoe ik het het beste kan aanpakken. Vanaf volgend jaar wil ik ook graag in groep 6 en 7 aan de slag – misschien zelfs met een aanstelling. Ik denk dat als je al op de basisschool begint met Duits, dit echt winst is voor de middelbare school. Dat is ook een reden waarom ik het doe: ik wil kinderen enthousiast maken voor Duits zodat minder leerlingen het vak laten vallen.
Welke taal of talen zou je nog graag willen leren?
Dat zijn er zoveel! Vanuit praktisch oogpunt zou het Spaans zijn, omdat dit naast Engels en Mandarijn de grootste taalgroep van moedertaalsprekers wereldwijd is. Ik vond het alleen wel heel moeilijk om een Romaanse taal te leren. Italiaans is dus ook nog een optie, omdat ik de taalgroep nog niet zo goed ken en dit misschien wat makkelijker is.
Wat vind je zo leuk aan je vmbo-leerlingen?
Leerlingen bij ons zijn over het algemeen gemotiveerder, omdat ze op hun stageplek vaak Duits moeten kunnen spreken. Bedrijven vragen ons ook expliciet om onze leerlingen Duits aan te bieden. Dat is heel mooi aan het wonen in de grensregio, dat de leerlingen uit zichzelf meer motivatie hebben. Je kunt het onderwijs hier ook praktischer inrichten. We hebben een grote keuken en een dierenverblijf op school – als het in de les over eten of dieren gaat, kan ik daar met mijn leerlingen naartoe. Zo staat de taal dichterbij het echte leven. Uiteindelijk moeten ze kunnen communiceren in het Duits. Daarnaast vind ik de doelgroep heel leuk, omdat ze soms heel kort door de bocht zijn. Als mijn les niet deugt, weet ik het meteen. Daar word je een betere leraar van. Je moet bij deze leerlingen niet alleen goed pedagogisch bekwaam zijn, je moet ook een keigoede vakdidacticus zijn als je hier een goede les wilt draaien.
Met de diverse leerlingengroep kan ik ook veel met hun eigen meertaligheid doen. Ik heb in de klas een language tree hangen die laat zien hoe de talen zijn ontstaan. Ook heb ik puzzeltjes verzonnen om bijvoorbeeld de klankverschuiving te laten zien. Daar geef ik dan les over en dat vinden ze hartstikke interessant. Omdat ik me zelf bewust ben van mijn meertaligheid, vind ik het ook heel leuk om dit aan de kinderen mee te geven en ik zie dat ze het echt boeiend vinden. Op deze manier geef je ook betekenis aan je vak, met een beetje taalkunde in je les maak je veel nieuwe mensen enthousiast voor de talen.
Wat zie je als de grootste meerwaarde van je meertaligheid?
Voor mij zitten er alleen maar voordelen aan meertaligheid. Ik denk dat ik voor veel van mijn leerlingen een mooi voorbeeld ben. Er zijn vaak vooroordelen over Poolse mensen, dat ze slecht opgeleid zouden zijn. Ik laat aan mijn leerlingen zien dat als je iets wilt, je het kunt bereiken. Ik vind het belangrijk om te laten zien dat talen net zo gelijkwaardig zijn in de maatschappij als technische opleidingen.
Onlangs kwam ik erachter dat ik dankzij mijn kennis van het Pools en Slowaaks goed kan communiceren met Oekraïners. Nu kan ik tolken voor moeders van nieuwkomers op de school van mijn zoon. Als Poolse ben ik als het ware de schakel tussen Oekraïne en Nederland – ook wat betreft de cultuur. Onze maatschappij zal zich steeds meer mengen, daarom blijven er altijd mensen nodig die andere culturen begrijpen en andere talen spreken.
terug
Geef een reactie