taalwijs.nu

taalwijs.nu

AAAL 2023: hét congres voor iedereen met een passie voor taalleren en toegepaste taalkunde

door Amaury Van Parys (doctoraatsonderzoeker aan het Steunpunt Diversiteit & Leren, Universiteit Gent)

Van 18 tot 21 maart vond het jaarlijkse congres van de American Association for Applied Linguistics (AAAL 2023) opnieuw plaats. Elk jaar strijkt dit congres neer in een andere Amerikaanse stad en deze keer was het de beurt aan Portland, Oregon. Vier dagen lang kwamen taalkundigen van over heel de wereld samen om presentaties bij te wonen, academische discussies aan te gaan en te netwerken. Velen onder hen waren er ook om zelf een presentatie te geven over hun recente onderzoeksresultaten. Met honderden presentaties en circa 2000 aanwezigen is het een groot evenement waar veel taalkundigen elk jaar opnieuw reikhalzend naar uitkijken. Kerndomeinen van het AAAL-congres zijn onder andere taalverwerving, taalassessment en taalbeleid. Met andere woorden, het is een congres waar veel besproken wordt wat ook voor de vreemdetalenklas direct relevant kan zijn.

Ook ik had het voorrecht om erbij te zijn. Ik ben ondertussen een jaar bezig aan een doctoraat over vreemdetaalverwerving aan de Universiteit Gent. Ik mocht op AAAL een poster presenteren met de voorlopige bevindingen van mijn eerste studie, waarin ik onderzocht heb hoe woordenschat wordt georganiseerd in handboeken Engels en Frans. Al had ik een hoop minder onderzoekservaring dan de meeste andere gasten op het congres, ik zag het als een uitgelezen kans om mijn netwerk uit te breiden, veel bij te leren over allerlei onderwerpen en natuurlijk ook wat feedback te krijgen op mijn eigen werk. Ik mocht heel wat interessante presentaties bijwonen en was getuige van enkele boeiende academische discussies. Het was erg verrijkend om niet eens van achter mijn computerscherm, maar echt vanop de eerste rij te mogen aanschouwen wat er momenteel zoal speelt in de onderzoekswereld. 

Bij wijze van voorbeeld: een thema dat in heel wat presentaties terugkwam dit jaar was de vrij recente ontwikkeling van ‘knowledge-based vocabulary lists’ (zie Schmitt et al., 2022), lijsten die woorden rangschikken van meest gekend naar minst gekend door een bepaalde groep taalleerders, bijvoorbeeld moedertaalsprekers van het Chinees die Engels leren. Dergelijke lijsten kunnen onderzoekers en docenten helpen om bijvoorbeeld te bepalen hoe gepast de woordenschat in een tekst is voor een specifieke doelgroep. Andere terugkerende onderwerpen waren onder meer de ontwikkeling van woordenschattoetsen, de invloed van een hele reeks factoren op incidentele woordenschatverwerving en de taalkundige complexiteit van handboeken. Ook methodologische onderwerpen zoals het opstellen van een goede survey kwamen aan bod. Mijn posterpresentatie was de kers op de taart: veel mensen zijn bij mijn poster blijven stilstaan om naar mijn praatje te luisteren en hun ideeën te delen.

Kortom, wat voor mij de meerwaarde was vanuit mijn functie als onderzoeker is duidelijk. Maar wat zit er nu eigenlijk in voor de buitenwereld? Alle mede-onderzoekers die ik mocht ontmoeten hadden een uitgesproken passie voor taal en onderwijs en waren net als ik naar AAAL gekomen om zoveel mogelijk nieuwe kennis te verwerven. Maar als je vier dagen lang met gelijkgestemden vertoeft, vergeet je misschien al snel dat wat ons allemaal zo passioneert en verbindt lang niet zo essentieel is voor Jan Modaal. Plenair spreker Luke Plonsky kaartte tenslotte een pijnlijke realiteit aan: weet de buitenwereld eigenlijk wel dat we bestaan?

AAAL stond dit jaar in het teken van ‘Collaborating and Mentoring in Applied Linguistics’. Samenwerking stond dus centraal, in de eerste plaats binnen ons domein, maar daarnaast ook met maatschappelijke partners. Onderzoekers komen echter vaak tot de vaststelling dat hun werk niet makkelijk een weg vindt naar de samenleving. Want hoe vertalen al die onderzoeksbevindingen zich nu eigenlijk naar de klaspraktijk? Dat was de centrale vraag in het plenaire praatje van Masatoshi Sato, een van de sessies die me het meeste is bijgebleven. Zowel docenten als onderzoekers hebben zich die vraag wellicht ook ooit al eens gesteld. Want ook al blijkt iets uit onderzoek, dan nog is het vaak verre van evident om dat zomaar over te dragen naar de realiteit van een klaslokaal – en dat kan elke docent beamen.

Sato stelt dat onderzoekers een dubbele verantwoordelijkheid dragen: enerzijds moeten ze nieuwe kennis vergaren en publiceren in wetenschappelijke tijdschriften om zo hun carrière vooruit te helpen, maar anderzijds is het ook hun taak om die kennis buiten de academische wereld te verspreiden in de hoop bij te dragen aan de maatschappij. De nadruk komt echter veelal op die eerste verantwoordelijkheid te liggen, deels door de grote publicatiedruk waar academici aan blootstaan. Voor academische publicaties worden onderzoekers professioneel beloond, voor wetenschapscommunicatie naar het brede publiek veel minder.

 Sato wijst dan ook op een duidelijke ‘research-practice gap’ – een breuk tussen onderzoek en onderwijspraktijk. Bijgevolg richten onderzoekers zich soms op irrelevante thema’s en werken docenten misschien nog vanuit verouderde ideeën of maken ze gebruik van didactische tools die in de onderzoekswereld op weinig steun kunnen rekenen. Nog te vaak is er een eenzijdige relatie tussen onderzoekers en docenten waarbij onderzoekers de ‘houders van kennis’ zijn en docenten verwacht worden om die kennis te consumeren en zo hun lespraktijk aan te sturen. 

Ondanks hun sterk verschillende baaninhoud vindt Sato dat meer samenwerking tussen onderzoekers en docenten broodnodig is. Daar zouden beide partijen sterker uitkomen, want zo zou de praktijk kunnen berusten op steviger onderbouwde wetenschappelijke visies en zou onderzoek bovendien een directer antwoord kunnen bieden op problematieken waar docenten ook daadwerkelijk mee worstelen. We mogen namelijk niet uit het oog verliezen dat onderzoekers en taaldocenten nog altijd fundamenteel hetzelfde doel hebben: taalverwerving zo veel mogelijk stimuleren.

Kortom: ik ben dankbaar voor mijn eerste AAAL-ervaring. De vele presentaties en netwerkmomenten hebben me doen groeien als onderzoeker – en dat is tenslotte waar het op een congres allemaal om draait. Daarnaast was ik blij om vast te stellen dat de maatschappelijke context waarin we functioneren niet vergeten werd. Volgend jaar hoop ik weer van de partij te zijn!

Meer lezen:

Schmitt, N., Dunn, K., O’Sullivan, B., Anthony, L., Kremmel, B. (2022). KNOWLEDGE-BASED VOCABULARY LISTS USER MANUAL: A Supplementary Resource. British Council Assessment Research Group. www.britishcouncil.org/exam/aptis/research/knowledge-based-vocabulary-lists-kvl 


terug

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *